Dordtse kajak- en kanovereniging Dajaks
actueel
vereniging
opleidingen/cursussen
toertochten
tochtplanning
techniek
inleiding
de basisslag
sturen
lage steun
golven
de boogslag
meer boogslag
stuurgedrag
analyse techniek
balanceren
de eskimorol
de puntredding
de X-redding
X, hielhaak en kiwi
de H-redding
kajak surfen
snelste kajak
hellen kano
reparatie gelcoat
getijden
de canadees
zelf bouwen software
werkzaam in de Biesbosch
De Biesbosch
contact
aanvragen lidcode
ledenpagina's


zoek met google



facebook icoon twitter icoon
De voorwaartse basisslag



Aandachtspunten:
- Houdt de peddel zover mogelijk van je af. Bij het insteken beide armen min of meer gestrekt houden.
- Rompbeweging: Bij aanvang van de peddelslag komt de meeste kracht uit de meedraaiende romp. De rompbeweging kan 'overdreven' geoefend worden door het peddelblad tijdens het insteken en uithalen met de romp te laten volgen (Overdreven nakijken).
- Insteken en uithalen peddel: Het insteken van de peddel gebeurt zover mogelijk naar voren en zo dicht mogelijk naast de punt van de kano; het peddelblad is geheel onder water. Het uithalen gebeurt naast of tot iets schuin achter de heup van de kanoër.
- De romp is naar voren gericht
- Het polsgewricht gestrekt houden bij het uitduwen en je hand ontspannen of zelfs geopend.
- Op schouderhoogte uitduwen naar de punt van de kano gericht.
- Uitduwen: De nadruk bij de peddelslag ligt op de draaiing van de romp met een duwbeweging van de bovenarm een relatief geringe trekbeweging.
- De peddel komt bij het uitduwen over de middellijn van de kano.
- Fietsbeweging; bij het uitduwen en een juiste beweging van de romp volgt min of meer automatisch dat de voeten beurtelings druk uitoefenen op de voetsteunen (rechts uitduwen is links druk op voetsteun).

Veel voorkomende fouten:
- kracht komt voornamelijk uit de beweging van armen i.p.v. de rompdraaiing
- alleen de schouders worden gedraaid i.p.v. de volledige romp
- bij het insteken wordt de duwarm dicht bij het lichaam gehouden
- romp niet voldoende actief naar voren gericht maar achterover gezakt in de kajak
- knieën onvoldoende onder de kuiprand geklemd
- er wordt heel krampachtig aan de peddel getrokken (nauwelijks duwbeweging). Gevolg daarvan is dat de peddel door het water gaat ‘zweven’.
- peddel wordt te laag bewogen
- blad niet geheel onder water
- pols wordt in de duwbeweging achterover geklapt (dorsaal flexie; gevolg knikpols, peesschede ontsteking)
- peddel wordt te dicht bij het lichaam gehouden.




De achterwaartse basisslag

Peddelblad wordt ter hoogte van de billen ingestoken. Romp draait iets of wat mee zodat de rug- en buikspieren ook actief zijn.



De arm waar je mee uitduwt komt tot de denkbeeldige lijn van de punt van de kajak tot aan de neus van de kajakker. Om te corrigeren of actiever te peddelen zul je die ‘lijn’ moeten passeren.
Om de beweging aan te leren is het niet mogelijk om direct op ieder detail te letten. De basis is van belang en details volgen daarna.

Om de achterwaartse basisslag oftewel duw-trek beweging uit te voeren is de krachtsverhouding 2:1. Duwen tegen de peddel heeft nu de overhand. De beweging is zo goed als hetzelfde als de voorwaartse basisslag, maar dan omgekeerd. Je duwt nu wel met de bolle zijde van de peddel. Voordeel daarvan is dat je je peddel niet om hoeft te draaien en je dus snel kan reageren. Let wel op dat je met regelmaat even achter je kijkt of je de juiste koers vaart en geen tegenliggers tegenkomt.