De lage steun

De lage steun steun is bedoeld om kapseizen te voorkomen als een vaarder de balans dreigt te verliezen, of als de vaarder golven van opzij krijgt.
Bij de lage steun wordt het peddelblad plat op het oppervlak van het opervlak van water geplaatst aan de kant waarop de vaarder om dreigt te gaan. Het blad raakt met de bolle kant het water.
De steun heeft het meeste effect als de peddelsteel loodrecht ten opzichte van boot staat. De peddelsteel wordt horizontaal gehouden en vlak boven het dek. De ellebogen moeten zich zo recht mogelijk boven de steel bevinden.
Om de balans te hervinden wordt bij de steun de boot met behulp van de knieƫn, heupen en de billen rechtop gezet.
Als de balans weer is hervonden wordt de peddel een kwart slag gedraaid om hem uit het water te trekken. Zonder deze draai bestaat de kans dat de boot om wordt getrokken.
Voor de lage steun is geen klap op het water nodig.

Scullen in de lage steun

Scullen in de lage steun wordt gebruikt om de balans te vergroten als een vaarder niet stabiel in de boot op het water ligt. Bijvoorbeeld als in onrustig water op de groep gewacht moet worden.
Voor het scullen wordt de peddel als boven beschreven op het water gebracht, alleen brengt de vaarder de boot bij het scullen niet rechtop terug in balans, maar er wordt constant druk op het peddelblad gebracht. Het is de bedoeling dat het peddelblad in beweging over het water scheert (of bijna stuitert).
De vaarder brengt het peddelblad d.m.v. romprotatie in een grote boog achtereenvolgens voorwaarts en achterwaarts. Het peddelblad wordt daarbij bijna vlak op het water gehouden. De rand van het blad, aan de kant in welke richting de peddel beweegt, wordt echter een klein beetje hoger gedraaid dan de andere kant. Dit is om te voorkomen dat de peddel gaat zinken en zo de vaarder neerwaarts trekt i.p.v. opwaarts drukt.
Het scullen is goed als je het gevoel hebt dat je met vol gewicht op de peddel kunt duwen en de peddel omhoog lijkt te komen.
Een veel gemaakte fout bij het scullen is dat de peddel snel m.b.v. de armen en schouders naar voren en naar achteren wordt bewogen. Het is echter het meest effectief als de peddel m.b.v. lichaamsrotatie langzaam in een grote boog voor- en achterwaarts wordt bewogen.

Bochten maken met behulp van de lage steun

Een variatie op scullen in de lage steun is bochten maken in de lage steun. Het verschil met scullen is dat de vaarder nu niet stil ligt maar vaart. Omdat het peddelblad al over het water scheert hoeft nu de peddel niet voorwaarts en achterwaarts te worden bewogen. Door flink te steunen en de voorkant van de peddel een minimum omhoog te draaien, wordt de vaarder door de druk van het water vanzelf omhoog gedrukt en gaat de boot om het blad heen een bocht maken.