Bij de x-redding ben je al omgeslagen, de puntredding is niet gelukt, om te prikkimoteren was het te diep… Dus helaas, de noodlus moeten gebruik om uit de kajak te komen… Het is absoluut geen schande om uit je kajak te komen en te moeten zwemmen. Zelfs de beste kajakkers kan dat overkomen. Zeker als beginner is het juist goed om met regelmaat uit de kajak te moeten. Dat zegt ook iets over het spelen met het water en het vertrouwd zijn met het water. Zodra je de puntredding beheerst is het echter beter om rustig te blijven en daar eerst een poging mee te wagen.

Zodra je bent omgeslagen zorg je ervoor dat je als ‘drenkeling’ je spullen snel bij elkaar hebt. Blijf altijd bij je kajak (drijfvermogen). Peddels onder de ellebogen van de redder, kajak haaks op de kajak die ‘redt’.

Door de punt van de kajak op te tillen loopt het grootste deel van het water er al uit. Lukt dit niet, dan de kajak op de zijkant draaien en dan de punt van de kajak over je eigen kajak tillen. Om de kajak over het voordek te, slepen is een zware klus.

Zodra ‘kuip op kuip’ ligt is er de mogelijkheid om de kajak te laten kantelen waarbij het water eruit komt.

Kajak leeg? Leg hem dan naast de redder neer. De redder gaat met het volle gewicht over de kuip van de kajak heen hangen en houdt hem goed vast voor de stabiliteit.

De drenkeling trekt zich op zijn buik naar voren toe. Start aan de achterzijde van de kajak.

Net achter de kuip gaat de drenkeling zitten en schuift rustig in zijn kajak. De redder heeft beide peddels nog steeds onder zijn armen en hangt over de kajak om de stabiliteit te vergroten.

Spatzeil vast, peddel terug en er kan weer gevaren worden…