De puntredding

De puntredding is een redding die met tweetallen uitgevoerd wordt. Van belang is dat de afstand tussen de ‘drenkeling’ en de redder niet te ver is. Om dit goed uit te kunnen voeren is het van belang dat de persoon die omslaat zich rustig voelt onder water. Als dat niet het geval is, is het moeilijk om jezelf te oriënteren, er ontstaat ‘paniek’ en de desbetreffende persoon verlaat de kajak. Aan de kou en het donkere water zul je eerst moeten wennen voordat je de puntredding uit kan voeren. Voer deze puntredding niet in de branding uit of op wild water. De kans dat je op een zandbank of een rots terecht komt is veel te groot met alle gevolgen van dien. Als redder zijnde, let eerst op of het mogelijk is om te redden zonder gevaar voor jezelf.

Zodra de kajakker omslaat probeert hij rustig onder water te blijven. Het eerste wat er dan moet gebeuren is aandacht trekken. Dit kun je doen door hard op de onderzijde van de kajak te slaan. Als er een aantal keer door de kajakker op de onderzijde van zijn kajak is geslagen start hij met wrijven over de onderzijde van de kajak. Nu kan hij voelen waar de punt van de ‘redder’ zijn kajak komt.

De ‘redder’ komt nu aanvaren op snelheid. Net voor hij bij de kajak is die omgeslagen is remt hij krachtig af. Dat is van belang om te voorkomen dat je hard tegen de handen van de ‘drenkeling’ aan vaart. Zodra de ‘drenkeling’ voelt dat de kajak in de buurt is, pakt hij de punt van de kajak vast.

Als hij hem vast heeft is het een kwestie van zichzelf omhoog trekken aan de punt. Let erop dat de knieën nog steeds onder de kuiprand zitten anders schiet nu het spatzeil los.
Let er op dat je hoofd als laatste uit het water komt.

Opduwen aan de punt van de kajak van de ander. Op dit moment wordt de heupactie ingezet om het laatste deel van de kajak om te laten kantelen.

Veel voorkomende fouten:

  • Paniek zodra de kajakker omslaat (direct uit de kajak)
  • Knieën niet goed onder de kuiprand, spatzeil schiet meteen los en er kan geen heupactie gegeven worden
  • De redder komt hard aanvaren, maar remt totaal niet af; de drenkeling zit met zijn handen tussen beide kajaks in…
  • Er wordt niet op de kajak geslagen om aandacht te trekken
  • Er wordt niet over de kajak gewreven zodat men de punt van de ander mist
  • Zodra men de punt vastheeft wil men direct omhoog komen; het hoofd altijd als laatste uit het water halen, dit om de heupactie makkelijker te maken.

Om de puntredding aan te leren is het aan te raden om eerst met het water gewend te raken. Voor veel deelnemers is het een angstig gevoel om onder water te gaan terwijl ze ‘vast’ zitten in de kajak. Zodra ze die angst overwonnen hebben kan het opgebouwd worden door de punt van een andere kajakker vast te pakken en rustig iets of wat onder water te gaan. Zodra ze dat wat langer durven is de volgende stap om alleen onder water te gaan waarbij de ‘redder’ op een meter afstand ligt.
Als alles goed loopt, kan de afstand vergroot worden en kan de ‘drenkeling’ zelfs aanleren om aan de zijkant van de kajak te ademen. De kunst is om het uit te kunnen voeren als je plotseling op vlak water omslaat.